Dieren bieden mij het beeldmateriaal voor een interpretatie in steen of brons. Ze belichamen iets wat ik nooit zal snappen maar wat ik wel graag wil weten en waar ik heel dichtbij zou willen komen.
Bewegelijkheid van dieren gebruik ik in mijn voordeel. Voordat ik een dier uitbeeld is het van alle kanten leren kennen het belangrijkst, zowel van binnen als van buiten.
Krachtige bewegingen, lange vleugels, zachte haren, verwonderd kijk ik om me heen. Spierspanning van een Olifant kennen is door de Olifantenhuid heen leren kijken.
Elk materiaal heeft zijn mogelijkheden en onmogelijkheden. Ik werk op twee manieren, vormen kneden in boetseerwas of vormen uithakken in steen. Die twee uitersten versterken elkaar.
Een beeld is klaar als het eruitziet alsof het er altijd al is geweest; een vanzelfsprekende vorm.